"Kijk eens onze buren"

 

Kijk eens – onze buren! Dies ist der kreative Wettbewerb der Fachvereinigung Niederländisch e.V.; es ist die Kreativität von Niederländischschülerinnen und -schülern beim Schreiben einer Geschichte gefordert. Von unserer Schule haben aus der Jahrgangsstufe 7 sechs Schülerinnen und Schüler teilgenommen - und einen Preis gewonnen!

 
 

Zum Start des Wettbewerbes erhielten die Mitglieder der Fachvereinigung Niederländisch einen Mitgliederrundbrief. Dabei war ein Foto als Anregung zum kreativen Schreiben und eine Aufgabenstellung. Diese wurde von unserer Niederländischlehrerin Frau Deriks an die Schülerinnen und Schüler weitergegeben - und schon ging es los!

Teilnehmen konnten alle Lernenden der niederländischen Sprache auf A1 - B1-Niveau aller Altersgruppen und aller Bildungsgänge, in Kleingruppen oder auch einzeln - unsere Schülerinnen und Schüler befinden sich erst im 2. Lernjahr.

Die teilnehmenden Schülerinnen und Schüler sind Amelie Chermin, Marie Simon, Hans Rütten, Max Dreissen, Levin Derichs und Oliver Meyer.

Wir sagen herzlichen Glückwunsch!

 
 

Die Geschichte:

BENEDIKTUS PUK

„Benediktus Puk! Sta nu op!“ hoor ik de stem van mijn moeder uit de keuken.Verveeld sta ik op en kijk op mijn wekker. 17:47 uur. “Het is toch eerst 's middags!”, roep ik boos. Ik ga naar beneden en zie, dat mijn moeder nog geen eten heeft gemaakt.Zij was waarschijnlijk al op kantoor. Heel snel te lopen is haar specialitieit. Mijn buik doet alweer de geluiden van een waal, daarom ga ik naar mijn lievlingsvisrestaurant. Op de weg schiet ik mijn vriend Malte een pijl tussen zijn ogen. Niet erg, maar hij is er niet gelukkig over en ik loop snel verder. Boogschieten is mijn specialiteit. Dat weet hij nu ook. Ik ga naar het visrestaurant en bestel een grote portie kibbeling. „Wacht nog even“ zegt de verkoper en zijn gezicht lijkt ook op dat van een waal.

Enkele minuten later, waarin ik ga zitten, komt de verkoper aan mijn tafel. „Hier“ zegt hij en plaatst een bakje met kibbeling op mijn tafel. Lekker! Voordat ik iets kan zeggen, gaat hij al weer. „Hey Ben!“, zegt een hoge stem. Ik kijk verbaasd. Niemand staat naast me. „Sinds wanneer kunnen bakjes praten?“, vraag ik mezelf hard. „Natuurlijk kunnen bakjes niet praten! Hier spreekt de vis en niet het bakje!“ roept de hoge stem van de kibbeling boos. „Maar hoe kwam je in dit bakje?“, ik kan nog steeds niet geloven wat er op dit moment gebeurt. „Je vraagt me niet, waarom ik kan praten, maar je vraagt, waarom ik in een bakje ben, dat je net zelf hebt besteld!?“, bijna kon je denken, de kibbeling schudde ongelovig zijn hoofd.

„Als je het zo vraagt, klinkt dat toch wel interessant!“, langzamerhand wil ik weten, wat er met deze bijzonder kibbeling eigenlijk aan de hand is. En wat is er eigenlijk met mijn doodgewoon visrestaurant, dat er plotseling eten op tafel komt, dat met mij discussiëert? „Oké, zeggen wij het zo“, begint de kibbeling lijdzaam, „dat je een professionele en goede bogenschutter bent, weet ik nu, maar verder denk je vrij langzaam. Een kleine tip nog, mijn naam begint met M.“

„Wacht!“ roep ik hard „ben je mijn moeder?!“ De vis kreunt: „Malte! Jouw vriend. Toen je mij tussen de ogen schoot, is blijkbaar iets mis gegaan. Ben, luister goed. Het is heel belangerijk! Ben? BEN!?“ Het is moeilijk een vis te volgen, die met mij uit een bakje in een visrestaurant zit te praten en beweert mijn vriend te zijn. En alles is blijkbaar nog mijn eigen schuld?! Nu kijk ik van het bakje omhoog. Een politieagente koopt net een bakvis. Lekker,
maar wacht – de vis staat in het broodje op en begint - te dansen en krijgt erbij kattenoren. Ik wrijf mijn ogen. „Ben? Luister je nog??“, de Malte-kibbeling schreeuwt, „daar is een profetie. Een profetie uit frituurvet, waarin staat, dat jij de geselecteerde bent. Daar staat, dat een kleine jongen zijn vriend op straat met een gouden boog tussen de ogen schiet en daarna magische dingen gebeuren. Ben, jij bent de GESELECTEERDE!“ Wat raar, geselecteerd waarvoor? Ik wou toch gewoon iets eten om de waal in mijn buik te laten verdwijnen. Maar Malte blijft praten: „Ben, je moet de wereld redden! Nederland en zijn frituur is in groot gevaar. Je moet gewoon…..“ Plotseling komt een vogel en stort op mijn kibbeling, zeg, op mijn Malte, en draagt hem in de lucht. Ik sta op en schreeuw hopeloos: „Mijn kibbeling!“ Malte – hij is weg, ik moet – wacht – wat zal ik doen? Ik schik omhoog en schreeuw harder. „Rustig, Puk! Ben, rustig!!“ hoor ik een bekende stem naast mij. Ik open mijn ogen. Ik sta in mijn kamer en kijk op mijn wekker. 17:47 uur! Mijn moeder staat naast me. Was dat een droom? Mijn buik gromt en ik krijg trek in kibbeling…..